Voelen als eerste taal
- Tessa van Rossen
- 16 mei
- 2 minuten om te lezen

Ik leer mijn kinderen praten met de natuur.
Niet met woorden, maar met iets dat veel ouder is dan taal: voelen.
In een wereld waarin denken vaak de hoofdrol speelt, wil ik ze laten ervaren dat ons lichaam een wonderlijk instrument is. Geen machine, maar een fijngevoelig kompas dat precies weet wat goed voor ons is – als we tenminste durven luisteren.
Vaak herkennen we ons lichaam pas wanneer het ‘lastig’ wordt. Bij pijn, ongemak, vermoeidheid. Dan wordt het iets wat opgelost moet worden, liefst snel, met een pil of afleiding. Maar in werkelijkheid is ons lichaam een spiritueel geschenk. Het is subtiel afgestemd op zowel ons hogere bewustzijn als de wereld om ons heen. Het ontvangt signalen, trilt mee met ritmes, en nodigt ons uit tot afstemming.
Maar dat vraagt iets van ons: innerlijke stilte. Openheid. Opoffering van controle. Want wie zich écht openstelt, voelt niet alleen de liefdevolle fluistering van de ziel – maar ook het ritme van de maan, het duwen van de seizoenen, de intensiteit van zonnestormen. We willen wel ‘contact met het universum’, maar het liefst zonder stemmingswisselingen. Wel verbinding, maar ook onze agenda vasthouden. De waarheid is: als je je opent, open je je voor álles.
Onlangs was ik op vakantie, omringd door bijzondere dieren en krachtplekken waarvan ik voel dat ze al duizenden jaren informatie dragen. Niet iedereen merkt dat op. Sommigen maken een foto, lopen door – ze zijn er geweest, maar hebben niets gevoeld. Maar deze plekken openen zich pas als jij je opent. Het is een uitwisseling. Net als met een ander levend wezen.
Ik vertelde mijn kinderen op zo’n moment. We zaten bij een rots, en ik liet ze zien hoe ik contact maakte met een salamander. “Niet pakken,” zei ik. “voelen”. Ik legde mijn hand stil neer, werd van binnen rustig, keerde mijn aandacht naar binnen en voelde... toen reikte ik heel subtiel uit met mijn energie. Geen woorden, geen dwingen – alleen een heldere, liefdevolle wens: Kom maar. Als je wilt. Ik bewonderde hem, zijn kleuren, zijn snelle bewegingen. En na een paar minuten zette hij zijn voorpootjes op mijn hand. Hij keek me aan. Stond even stil en liep vervolgens over mijn hand.
Later probeerde ik het met een andere salamander. Die was jonger, sneller, schichtiger. Dit keer lukte het niet. Hij voelde me wel, keek even, kwam dichterbij… en schoot toen toch weg. En dat is ook oké. Voelen is geen truc. Het is een ontmoeting.
Wat ik mijn kinderen leer – en ook jou wil vertellen – is dat voelen begint met stilte. Niet het afwezig zijn van gedachten, maar het kunnen zinken in stille kalmte. Die kalmte ontstaat wanneer je energie zich naar binnen keert. Wanneer je adem langzaam wordt, je blik zachter. Dan kun je afstemmen. Op jezelf, op de boom naast je, op het dier dat je ontmoet. Dan voel je verschil. Een boom voelt stevig, stabiel. Een salamander? Trillend, bijna flikkerend.
De wereld verandert wanneer je leert voelen. En de natuur beantwoordt je, op haar eigen manier. Stil, maar krachtig.
Voel je mee?
Comentarios