top of page

Zwem je in je eigen tempo?

  • Foto van schrijver: Tessa van Rossen
    Tessa van Rossen
  • 17 uur geleden
  • 3 minuten om te lezen
ree

Deze week staat voor thuiskomen bij jezelf. Niet in abstracte zin, maar in de dagelijkse realiteit: herkennen waar

je wordt afgeleid, voelen waar je energie lekt, en opnieuw kiezen voor dat wat echt bij jou past.


Dat klinkt prachtig — maar het leven vraagt ook heel gewone dingen van ons.

We kunnen nog zo bewust zijn, nog zo spiritueel afgesteld, en toch moeten we:


een kind opvoeden,

boodschappen doen,

rekeningen betalen,

verplichtingen nakomen.


Het is de kunst die twee werelden niet te scheiden, maar te verweven.

Hoe blijf je trouw aan je innerlijke wijsheid, terwijl je midden in het leven staat?


De energie van deze week voelt als een uitnodiging om naar binnen te keren.

Tijd voor jezelf te nemen.

Maar eerlijk — waarschijnlijk denk je meteen: “Hoe dan? Waar moet ik die tijd vandaan halen?”


We leven in een constante stroom van:


moeten,

regelen,

verantwoordelijkheid,

to-do’s,

en ook nog de dingen die we wíllen.


En zolang we met de stroom meegaan, kost het minder moeite dan tegen de stroom in zwemmen. Maar iets in mij — en misschien ook in jou — merkt een verlangen op om even naar de kant te zwemmen. Om op adem te komen. Om te voelen waar je bent.


Ik zie het als een rivier.

Een rivier vol vissen die allemaal tegelijk worden meegesleurd.


Niet omdat het hun natuurlijke ritme is.

Niet omdat het de bedoeling is.

Maar omdat ze elkaar in beweging houden.


Ze zitten eigenlijk in een levensfase waarin rust nodig is, verbinding, stilte, herstel…

En toch zwemmen ze hard. Naast elkaar. Maar niet mét elkaar.


Ze raken verstrikt in de snelheid van de massa.

In een stroomversnelling die niet van hen is.


Ik vraag me af of die versnelling er wel echt is.


Misschien is het niet de rivier die verandert, maar de vissen zelf — die elkaar door onrust, prikkels, verwachtingen en angst in cirkels laten zwemmen. Wie harder zwemt, trekt de rest mee. En voordat je het weet, lijkt het alsof je geen keuze hebt.


En soms verdwijnt er ineens een vis uit de groep.

Niet omdat hij faalt, maar omdat hij wordt afgeleid, opgepikt, weggetrokken door iets wat hem schrikt aanjaagt.

En de rest schiet nog harder vooruit.


Maar wat als het allemaal niet hoeft?


Wat als je de groep even mag verlaten?

Niet definitief, maar voor een moment.

Wat als je wegzwemt — niet in paniek, maar in rust — naar een kalmer stuk water?


Want misschien, heel misschien, blijkt na die ene bocht geen wild kolkende rivier te zitten…

Maar een immens stil meer.


Vol ruimte.

Vol adem.

Vol zachtheid.


Een plek waar je de maan kunt zien weerspiegelen.

Waar je de sterren weer kunt voelen.

Waar je de adem van de aarde weer hoort.

Waar je jezelf, of elkaar, weer kunt ontmoeten — niet rennend, maar aanwezig.


Misschien is dat de bedoeling.


Niet altijd meegaan met wat iedereen doet.

Maar kunnen zijwaarts bewegen.

Uitstappen. Ademhalen. Terugkeren naar je eigen ritme.


Deze week nodigt je uit om dat rustige water op te zoeken.

Om te kijken:


Waar zwem ik te snel?

Waar laat ik me meenemen?

Waar is mijn rust?

Waar is mijn midden?

Waar ben ík?


Het antwoord ligt niet in de drukte van de rivier.

Het ligt in de zachte plek die je durft op te zoeken — in jezelf.

 
 
 

Opmerkingen


|

bottom of page