Wanneer je niet op je plek staat – systemische ordening in organisaties en families
- Tessa van Rossen
- 7 aug
- 2 minuten om te lezen

Stel je voor: je begint net als stagiair in een organisatie.
Vol goede moed, enthousiasme, frisse blik.
En je ziet van alles gebeuren.
Dingen die anders kunnen, efficiënter, misschien zelfs beter.
Je deelt je ideeën met de directeur. Goedbedoeld geef je hem jouw mening en adviezen.
Maar wat je krijgt is… ongemak. Of weerstand. Of gewoonweg: niets.
Waarom?
Omdat je niet op je plek staat, maar binnen het systeem.
Ieder systeem, of het nu een familie of een organisatie is,
heeft een ordening.
Een natuurlijke volgorde van wie eerst kwam,
wie waarvoor verantwoordelijk is,
en wie welke plek inneemt.
In een organisatie betekent dat:
de directeur is er eerder dan jij.
Hij of zij draagt het eindverantwoordelijke veld.
Jij, als stagiair, bent daarbinnen gekomen om te leren.
Niet om te leiden.
Niet om te corrigeren.
Je bent er niet voor ingehuurd.
Je hebt geen mandaat.
Als jij dan — hoe goedbedoeld ook —
Adviezen geeft over zaken waar je niet voor ingehuurd bent
Wanneer jij je leidinggevende bekritiseert
of bijvoorbeeld de taken van een zieke collega oppakt zonder dat dit officieel gevraagd is,
kan dat tot systemische spanning leiden.
Het systeem ervaart dan dat de ordening verstoord is.
En systemen houden van balans.
Dus wat gebeurt er?
Er komt druk. Ongemak. Verwarring.
Niet als straf, maar als een onbewuste poging om je weer terug op je plek te krijgen.
Veel mensen nemen extra taken op zich vanuit loyaliteit of betrokkenheid.
Of omdat ze gewend zijn van hun plek te gaan in hun gezin van herkomst
Ze willen helpen. Steunen. Zorgen.
Maar als dat niet vanuit het juiste kanaal gebeurt —
bijvoorbeeld zonder toestemming van de leiding —
dan voelt het systeem dat als een inbreuk.
Het is net als in een familie:
wanneer een kind de plek van een ouder inneemt,
bijvoorbeeld door een ouder te bekritiseren of emotioneel te dragen,
ontstaat er systemische verstrikking.
Niet omdat het kind iets fout doet,
maar omdat het de natuurlijke ordening doorbreekt.
Eerst komen de grootouders.
Dan de ouders.
Daarna de kinderen.
Een kind dat ‘boven’ de ouder gaat staan,
bijvoorbeeld door te oordelen of te corrigeren, te helpen of te bemiddelen
komt onder systemische druk te staan.
Want ook hier: het systeem wil herstellen.
In plaats van dat het kind beloningen ontvangt voor al zijn inspanningen vergaat het hem of haar niet goed
zo ook in organisaties
weerstand, afwijzing is vaak het gevolg
Wil je het patroon doorbreken, gezien worden,
erkenning voor inspanningen krijgen, afwijzingen voorkomen,
niet meer zo hard hoeven werken of je zo verantwoordelijk voelen voor alles?
Dan is je eigen plek innemen belangrijk!
Of je nu werkt in een organisatie of leeft binnen een familiesysteem:
jouw plek innemen is geen detail, maar een fundament.
En pas wanneer jij werkelijk op je plek staat,
kan de energie vrij stromen.
In jou.
En in alles om je heen.
Comments