top of page

Vast in een patroon?

  • Foto van schrijver: Tessa van Rossen
    Tessa van Rossen
  • 20 jun
  • 2 minuten om te lezen

Soms zit je zo vast in een patroon dat je niet eens merkt dat het een patroon is. Je denkt dat je communiceert, dat je iets probeert op te lossen. Maar in werkelijkheid herhaal je steeds hetzelfde script — een oud verhaal, dat weinig oplost en vooral veel oude pijn opnieuw oproept.

Ik sprak laatst een stel dat in zo’n script verstrikt zat. Twee mensen die duidelijk veel om elkaar gaven, maar die steeds weer in eenzelfde spiraal belandden. Een ruzie over een afspraak. Een discussie over de toon. Een verschil in tempo, woorden, verlangen. Oppervlakkig ging het over dingen als: ‘Waarom heb je dat niet verteld?’ of ‘Waarom reageer je zo?’ Maar onder die woorden ging iets diepers schuil: de behoefte om gezien, gehoord en gekoesterd te worden.

Wanneer we in conflict raken, raken we vaak ook in regressie. We zijn dan niet meer de volwassen versies van onszelf. We reageren als het gekwetste kind dat we ooit waren. Eén voelt zich afgewezen en trekt zich terug. De ander voelt zich verlaten en duwt juist harder. Beiden zoeken, maar vinden elkaar niet. En in die zoektocht ontstaat wrijving, frustratie en uiteindelijk verwijdering.

Het bijzondere is: in die momenten proberen we via de ander onze eigen hechtingspijn op te lossen. We hopen dat de ander ons geruststelt, ons redt, ons ziet. Maar de ander is óók getriggerd. En zo staan er eigenlijk geen twee volwassenen tegenover elkaar, maar twee innerlijke kinderen die om liefde roepen – en elkaar niet kunnen geven wat ze zelf nog niet helemaal kunnen dragen.

De weg eruit begint met inzicht. Met herkennen: we zitten in de cirkel. Niet om elkaar de schuld te geven, maar om samen te leren uit de cirkel te stappen. Hoe? Door even te pauzeren. Te voelen. Niet te reageren, maar te luisteren naar wat er onder je woorden ligt. Wat heb jij werkelijk nodig? Wat wordt er niet vervuld in jou? Durf je het te voelen? Durf je het te benoemen?

Het vraagt moed om te zeggen: “Ik voel me bang dat ik er niet toe doe.” Of: “Ik verlang naar geruststelling, maar ik merk dat ik het niet durf te vragen.” Wanneer we op dat niveau spreken – vanuit onze werkelijke binnenwereld – ontstaat er iets anders. Verbinding. Geen snelle oplossing misschien, maar wel een ontmoeting.

Wat als we niet verwachten dat de ander onze pijn oplost, maar die deelt? Wat als we leren dragen wat van ons is, en de ander uitnodigen om naast ons te staan in plaats van tegenover ons? Dan wordt communicatie geen strijd, maar een brug. Geen herhaling van oud zeer, maar een nieuw begin.

Het helpt wanneer je jezelf kunt leren kennen. Welke behoeftes zijn voor mij belangrijk en welke werden in mijn jeugd niet vervuld.


Deze week, of misschien wel vandaag, kun jij jezelf die vraag stellen: Zit ik in de cirkel? En zo ja: Wat heb ik écht nodig? Want als jij jezelf ziet, hoef je niet meer zo hard te roepen. En als jij jezelf kunt dragen, kun je vanuit volwassenheid delen – in plaats van vechten.

En dan, pas dan, ontstaat er werkelijke nabijheid.

 
 
 

Comments


|

bottom of page