top of page

Van Overleven naar Leven

Een Sessie met een Vrouw in Angst. Ze stapt mijn praktijkruimte binnen met een voorzichtige glimlach, maar haar ogen verraden iets anders. Angst, onrust, de constante aanwezigheid van een sluimerende spanning die haar lichaam nooit helemaal verlaat. Ze vertelt me over de afgelopen jaren, over de diagnose die haar leven op zijn kop zette en de behandelingen die volgden. Eerst was er de zekerheid van het ziekenhuis – artsen die haar in de gaten hielden, onderzoeken die bevestigden wat er gaande was. Maar nu, nu ze ‘schoon’ is verklaard, voelt ze zich verloren. Alsof ze uit een vliegtuig is gegooid zonder parachute.

“Ik ben niet bang om dood te gaan,” zegt ze. “Maar ik ben wel bang om te leven op deze manier.”

Terwijl ze spreekt, voel ik haar energie. De angst zit diep, niet alleen vanwege haar ziekte, maar ook door iets anders – een opeenstapeling van stress, een gevoel van machteloosheid dat ze jarenlang met zich meedraagt. Ze vertelt over een situatie in haar privéleven, een conflictsituatie die haar volledig uit balans bracht. Het was een periode waarin ze zich niet gezien voelde, niet gehoord, waarin haar eigen waarheid werd weggewuifd. De frustratie, het onrecht, het niet kunnen uiten van haar ware gevoelens – het heeft zich vastgezet in haar lichaam.

Haar energie is als een snaar die te strak gespannen staat. Haar lijf reageert op iedere sensatie met een signaal van gevaar. Pijntjes die ooit onschuldig leken, voelen nu als potentiële bedreigingen. “Vroeger dacht ik: ach, het zal wel niks zijn. Maar nu denk ik meteen: het is mis.” Haar hoofd maalt, vooral ’s nachts, wanneer de wereld stil is maar haar gedachten oorverdovend luid.

Ik sluit mijn ogen en stem me af op haar veld. Ik zie een blokkade in haar borstgebied, niet in de vorm van ziekte, maar als een residu van angst. De behandeling heeft haar fysiek schoon verklaard, maar energetisch is er nog werk te doen. Ook haar baarmoeder voelt zwaar aan, alsof er iets vastzit dat verzachting nodig heeft. Ik vertel haar wat ik voel, en ze knikt. “Dat klopt. Soms voelt het alsof alles in mijn lijf op slot zit.”

We praten over manieren om haar systeem te helpen ontladen. Ik leg uit hoe haar zenuwstelsel zich in een constante staat van alertheid bevindt en hoe we dat kunnen kalmeren. We oefenen een ademhalingstechniek waarmee ze haar lichaam een signaal van veiligheid kan geven. Ik leer haar de vlinderoefening – een subtiele, ritmische beweging die helpt om de spanning in haar systeem los te laten.

Daarnaast geef ik haar advies over voeding en supplementen die haar herstel kunnen ondersteunen. Minder gluten, minder bewerkte voeding, meer pure ingrediënten die haar lichaam niet belasten. “Je hebt zoveel ondergaan,” zeg ik. “Je lichaam heeft nu liefdevolle ondersteuning nodig, geen extra ballast.” Ze luistert aandachtig en schrijft mee.

Dan voel ik haar weerstand smelten. Er verschijnt een traan in haar ooghoek, maar dit keer is het geen angst. Het is een zucht van verlichting, een eerste stap naar vertrouwen. “Ik voel me rustiger,” fluistert ze. “Alsof ik iets mag loslaten.”

Ze staat op en kijkt me aan. Haar lichaam lijkt nog steeds fragiel, maar er is iets veranderd. Een kleine, maar essentiële beweging richting herstel. Niet alleen fysiek, maar op alle lagen van haar wezen.

Voordat ze vertrekt, zeg ik: “Jij bent er nog. Niet alleen om te overleven, maar om écht te leven.”

Ze knikt. Dit is het begin.

 
 
 

Comments


|

bottom of page