top of page

Tika — het meisje dat niet van hier leek

  • Foto van schrijver: Tessa van Rossen
    Tessa van Rossen
  • 1 dag geleden
  • 3 minuten om te lezen
ree

Tika voelde zich al haar hele leven een beetje anders.

Niet beter, niet slechter — gewoon… anders.

Alsof ze nét naast de wereld leefde, alsof ze overal doorheen keek maar nergens echt in stond.


Op haar werk zat ze tussen mensen die lachten, mopperden, druk waren, plannen maakten.

En toch voelde ze zich er niet thuis.

Alsof ze via glazen muren leefde: ze zag de wereld wel, maar hoorde hem niet zoals anderen.


In vriendschappen voelde ze hetzelfde.

Ze was warm, zorgzaam, betrokken — maar ergens zat er altijd een vreemde afstand.

Alsof haar hart iets wist wat ze zelf nog niet kon benoemen.


En soms, als ze ’s avonds naar de lucht keek, voelde ze een onverklaarbare drang.

Een soort roep.

Alsof ergens diep vanbinnen iets zei:

“Je bent hier niet voor niets.”


Maar waaróm ze hier was, dat wist ze niet meer.

Op aarde leek alles zo zwaar.

De pijn van mensen, de hardheid, de haast, de dualiteit.

Ze begreep niet waarom mensen elkaar zo behandelden, waarom systemen zo krom waren, waarom dieren leden, waarom het leven hier zo ingewikkeld kon voelen.


Ze zei ooit tegen me:

“Het is alsof ik van een plek kom waar alles helder is. En hier… hier voelt alles als modder.”


Tot ze tijdens een opstelling naar haar oorsprong keek


Op een dag deden we een individuele opstelling.

Tika wilde onderzoeken waarom ze zich niet thuis voelde op deze aarde.

Waarom alles haar zo diep raakte.

Waarom ze zoveel empathie voelde dat het soms bijna pijn deed.


We zetten posities neer:

– Tika zelf

– Haar leven op aarde

– Haar hogere bewustzijn

– Haar oorsprong


Zodra “Haar oorsprong” werd neergezet, gebeurde er iets bijzonders.

Het was alsof de energie in de ruimte verschuifde — lichter werd, hoger in trilling.

Tika begon te trillen, zacht, alsof haar ziel iets herkende voordat haar hoofd het kon begrijpen.


Ze keek naar de positie van haar oorsprong en fluisterde:

“Ik ken dit… dit voelt als thuis.”


En toen, heel voorzichtig, ontstond het inzicht dat ze haar hele leven al in zich droeg maar nooit durfde uit te spreken:

“Ik ben hier niet vandaan… en toch hoor ik hier te zijn.”


Haar komst naar de aarde was geen fout — het wás haar roeping


In de opstelling werd zichtbaar dat haar gevoel van vervreemding geen defect was.

Het was een herinnering.

Een echo van het bewustzijn waarmee ze hier was gekomen.


Ze had iets in zich gedragen dat ze vergeten was:

haar eigen licht.

Haar eigen trilling.

Haar eigen reden om hier te zijn.


Ze kwam van een hogere sfeer van bewustzijn.

Van een plek waar liefde vanzelfsprekend is, waar verbinding de taal is, waar helderheid normaal is.


Toen de aarde in een diepere fase zakte — zwaar, chaotisch, verwarrend — voelde zij de roeping.

Het was alsof er een fluistering door haar ziel ging:

“Ga. Breng licht. Breng bewustzijn. Breng jouw trilling.”


Niet als taak, niet als last, niet als werk.

Maar als aanwezigheid.


“Maar ik weet niet wat ik moet doen”


Dat zei ze.

En het was precies daar dat de opstelling de grootste doorbraak gaf.


Want wat zij dacht dat haar tekort was — dat ze niets kon vinden om te doen — bleek juist haar kracht te zijn.


Ze hoefde niets te dóen.

Ze hoefde alleen te zijn.


Haar trilling…

haar liefde…

haar manier van kijken…


dat wás de bijdrage.


Toen ik haar dat vertelde, brak ze open.

Niet van verdriet, maar van herkenning.

Alsof ze eindelijk terugvond wat ze kwijt was geraakt.


“Dus mijn aanwezigheid is al genoeg…?”

vroeg ze zacht.


Ja.

Meer dan genoeg.


De wrijving tussen sferen


Het pijnlijke deel is dat de aarde — met zijn lagere trilling — kan schuren tegen de ziel van iemand die van “elders” komt.

Daarom voelde Tika de zwaarte van het leven zo diep.

Daarom raakten pijn, onrecht en menselijk gedrag haar zo intens.


Niet omdat ze zwak was.

Maar omdat ze anders afgestemd was.


Toen ze dat begon te begrijpen, viel er een last van haar schouders.

Ze begon zichzelf te zien zoals ze werkelijk was:

een lichtbrenger.

Een frequentiedrager.

Een vonk van bewustzijn.


Niet om de wereld te redden, maar om haar te verlichten.

Door zichzelf te zijn.


En dat maakte alles anders


Het werk werd lichter.

Vriendschappen werden echter.

Ze voelde meer rust, meer richting, meer thuiskomen — niet omdat de wereld veranderde, maar omdat zij zichzelf terugvond.


Ze zei:

“Ik voel me eindelijk… juist. Alsof ik nu begrijp waarom ik nooit begreep.”


En dat is de kracht van her-inneren:

terugvinden wat je altijd al wist, maar kwijt leek te zijn onder het gewicht van deze wereld.

 
 
 

Opmerkingen


|

bottom of page