Spiritualiteit met beide benen op de grond
- Tessa van Rossen
- 13 jun
- 3 minuten om te lezen

Heel af en toe voel ik me een beetje… bleh. Misschien herken je dat wel. Zo’n moment waarop je even je bedding kwijt bent. Waarop alles wat normaal vanzelf stroomt, stil lijkt te vallen. Onlangs had ik zo’n dag. Er zat niets dramatisch achter, het was er gewoon. Een soort stil leegtegevoel.
Ik merkte dat ik me – juist door de enorme hype die er nu rondom spiritualiteit gaande is – wat terugtrok van de massa. Soms is stilte goed. Even geen inspiratiebommen, geen podcasts, geen tips. Alleen maar even naar binnen. Voelen wat van mij is. Wat klopt in míjn systeem. Wat waar voelt.
Voor mij is spiritualiteit geen hobby, geen trend, geen concept dat je alleen op een bergtop ervaart tijdens een retreat of onder invloed van plantmedicijn. Voor mij is spiritualiteit: toepassen wat je weet. In de file. In de rij bij de supermarkt. Als je gestrest bent omdat je kind z’n gymtas kwijt is. Als er iemand iets lelijks tegen je zegt. Juist dan.
Het leven is voor mij de échte test. Niet wat je zegt te weten, maar wat je doet met wat je weet.
Spiritualiteit is in contact blijven met jezelf, met anderen, en – als je daarin gelooft – met iets groters. De onzichtbare wereld. Een veld waar je kracht uit kunt halen. Waar je vertrouwen kunt vinden als je het zelf even kwijt bent.
Het speelt mee als je gekwetst wordt. Als je voelt dat je wilt uithalen, maar besluit stil te blijven. Als je wordt verrast door je eigen oordeel – of dat van een ander – en je jezelf herinnert: we zijn allemaal mensen. Allemaal onderweg. Allemaal aan het leren.
Voor mij gaat spiritualiteit over aanwezig zijn in je lijf. Gevoelens leren herkennen als energie in beweging. Ze niet wegduwen, maar voelen. Erover praten als dat klopt. Of juist stil zijn als dat nodig is. Niet alleen weten wat heling is, maar het belichamen.
Of jij nou gelooft dat je hier bent voor je laatste leven, dat je praat met God, Jezus, Allah, Isis, een gids of je overleden opa – het maakt mij niet uit. Als jij er kracht uit haalt, als het je helpt, als het je een zachtere of wijzere versie van jezelf laat zijn: dan is het goed.
Je hoeft mij niet te overtuigen. Geloof wat jij wilt geloven. Maar leef. Leef in vrede met jezelf. Met de mensen om je heen. En kijk eens of je de kleine, menselijke dingen – je ergernissen, je verlangens, je twijfels – kunt gebruiken als richtingaanwijzers. Niet als dingen die je “weg moet werken”, maar als ingangen naar wie jij ten diepste bent.
Een leven dat bij je past, waarin je je meestal oké voelt – dat is waardevol. Liefde geven én ontvangen. Je lichaam voeden. Genoeg slapen. Ja, ook poepen hoort erbij. Spiritualiteit zit 'm niet alleen in de sferen, maar juist ook in de aarde. In dít lichaam, dít leven, deze werkelijkheid.
Want zelfs als je je moederlijn hebt opgeschoond, je vader hebt vergeven, 60 boeken hebt gelezen over trauma, regressie, incarnatie en ascensie – zelfs dan is het nog steeds handig om te blijven ademen, te bewegen, en lief te zijn voor je lijf.
Spiritualiteit zonder aarding is als een vlieger zonder touw. Alle wijsheid, alle downloads, alle diepe inzichten leiden uiteindelijk maar naar één ding: hoe leef jij? Hoe stem jij je af op jezelf, op de aarde, op dit moment?
Tussen alle informatiebubbels en angstgolven door, tussen de ruis en de stilte: wat voelt voor jou goed? Waar word jij warm van? Wat laat jou groeien, zelfs als het even tegenzit?
Voor mij is dát spiritualiteit. Niet met je neus in de wolken. Maar met je voeten stevig in de klei.
Comments