Leven tussen hemel en aarde
- Tessa van Rossen
- 20 uur geleden
- 2 minuten om te lezen

Het leven is soms onvoorspelbaar zwaar.
Wonderlijk eigenlijk, hoe voelbaar de op- en neergaande beweging van energie kan zijn.
Alsof je wordt meegevoerd op een golf die steeds weer van richting verandert:
soms stijg je omhoog, vol licht en kracht — en soms daalt je energie, zonder duidelijke reden.
Er zijn dagen waarop alles stroomt, en dagen waarop niets lijkt te lukken.
Dagen waarop je diep verbonden bent met het leven, en dagen waarop het voelt alsof je ernaast staat.
Wanneer je veel aan persoonlijke ontwikkeling hebt gewerkt, jezelf door en door kent,
en tóch dat onverklaarbare verlangen voelt —
dat zachte, maar dringende stemmetje dat vraagt:
“Wat kom ik hier eigenlijk doen? Wat is mijn levensmissie? Wat is de zin van dit alles?”
dan behoor je tot een groep mensen die bewust leeft.
En bewust leven is niet altijd gemakkelijk.
Onlangs zei een vriendin tegen me: “Ik wil léven.”
Echt leven — niet alleen overleven, niet presteren, niet voldoen —
maar voluit voelen wat het betekent om mens te zijn.
Wanneer iemand sterft, opent dat vaak een deur naar bezinning.
Het is alsof de dood ons even een raam aanreikt waardoor we anders kunnen kijken.
Het is rauw, pijnlijk en onomkeerbaar — en toch schuilt er ook een geschenk in.
De dood van een ander nodigt ons uit om het leven opnieuw te bekijken.
Om stil te staan bij wat echt waarde heeft.
Om los te laten wat niet meer klopt.
In dat licht zien we ineens hoe relatief veel van onze zorgen zijn,
hoe onbelangrijk de dingen lijken waar we ons zo druk om maakten.
Wat overblijft, is eenvoud:
liefde, verbinding, echtheid.
Maar dan daalt de energie weer.
We keren terug naar het ritme van alledag,
naar onze agenda’s, deadlines en verplichtingen.
Het hogere bewustzijn — dat even zo helder en tastbaar leek — vervaagt langzaam.
Voor we het weten, rennen we weer van hot naar her.
En toch, om werkelijk bewust te leven,
moeten we juist ook het gewone leven durven omarmen.
De was, de werkdruk, de kleine irritaties — ze horen erbij.
Het gaat er niet om dat we voortdurend in een verheven staat verkeren,
maar dat we onderweg onze werkelijke waarden niet verliezen.
Soms komt verdriet om ons wakker te maken.
Sombere dagen nodigen ons uit om opnieuw te voelen,
om te luisteren of de dromen die we najagen nog wel de juiste zijn.
Elke dag sterven er mensen,
en elke dag worden er kinderen geboren.
Elke overgang — van begin of einde —
is een uitnodiging om het leven opnieuw te onderzoeken.
Dus stel jezelf af en toe de vraag:
“Leef ik nog in verbinding met wat voor mij echt belangrijk is?”
En als het antwoord even zoek is,
weet dan dat ook dat deel is van de weg —
de golf die stijgt, en weer daalt,
en je telkens opnieuw meeneemt
tussen hemel en aarde.





Opmerkingen