top of page

Je bent goed genoeg

  • Foto van schrijver: Tessa van Rossen
    Tessa van Rossen
  • 16 sep
  • 3 minuten om te lezen
ree

We dragen allemaal ons steentje bij, ieder op onze eigen manier. Toch heb ik mijn hele leven lang een sterke drive gevoeld om het altijd beter te doen. Vooral als medium dacht ik vaak dat ik tekort schoot. Ik vond mezelf niet goed genoeg. Ik wilde méér details zien, méér doorgeven aan nabestaanden. Mijn indrukken waren vaak niet alleen feitelijk, maar ook emotioneel. Ik maakte eerst de emotionele connectie en daarna kwamen de beelden of woorden die ik mocht ontvangen.


Soms hoorde ik een overledene spreken, soms zag ik beelden, soms leek het op communiceren met handen en voeten. Net als in het gewone leven: de één spreekt in heldere zinnen, de ander in halve hints. En toch dacht ik vaak: dit is niet genoeg. Dus oefende ik, probeerde harder te trekken, mijn best te doen om méér waar te nemen.


Toen ik samenwerkte met Peter van der Hurk bij Het Zesde Zintuig, zag ik hoe onze gaven elkaar aanvulden. Hij had vaak meer details, ik voelde de emotionele gemoedstoestand en ervaringen van de overledene. Samen beschreven we vaak hetzelfde verhaal, vanuit verschillende invalshoeken. Toch bleef dat knagende gevoel dat ík niet genoeg was.


Die onzekerheid heeft me lang vergezeld. En eerlijk is eerlijk: soms nog steeds. Maar het houdt me ook alert en bescheiden. Want hoe meer ik ervaar, hoe sterker ik voel dat wij als mens eigenlijk maar weinig écht weten. We zien vaak het groteregeheel niet. we zijn daarin letterlijk en figuurlijk beperkt in ons zicht. En juist als je dat erkent, sta je open om te leren.


Openstaan – dat is voor mij de kern. In systemisch werk noemen we dat fenomenologisch waarnemen: niets uitsluiten, zonder oordeel kijken naar wat er is. Met een open mind kun je aanwijzingen volgen die het veld je geeft. Dat is ook wat ik herkende toen ik sprak met onderzoeker Bill Bengston, en onlangs in een gesprek met een oude vriend. Steeds meer mensen beseffen dat dit ‘niet-weten’ geen zwakte is, maar een sleutel naar dieper inzicht.


Toch is openstaan makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe snel schieten we niet in een oordeel, of willen we koste wat kost een doel behalen? Terwijl juist in de ruimte van het niet-weten het leven zich ontvouwt. Het veld leidt ons, als een gids, precies de kant op waar we mogen zijn.


Mijn eigen onzekerheid – dat gevoel van tekortschieten – zette me vaak klem. Ik moest meer, beter, dieper. Tot ik ontdekte dat juist dát mij blokkeerde. Pas toen ik leerde mezelf te accepteren, mijn manier van werken te omarmen, voelde ik hoe bevrijdend het is om gewoon mezelf te zijn. En dat dat genoeg is.


Het is moeilijk in woorden te vangen, maar het voelde letterlijk als verlichting. Alsof er een groter inzicht binnenkwam. Ik leerde het leven meer te nemen zoals het komt. Vooropgezette ideeën los te laten. En mezelf te accepteren in plaats van te forceren. Ik kan inmiddels zijn wie ik ben en mijn kleinheid en grootheid omarmen.


Vanuit die rust en ontspanning kreeg ik juist méér toegang tot mijn lijntje met boven. Het werkt als de metafoor van zand in je hand: houd je hand open, dan blijft het zand liggen. Knijp je je vuist dicht, dan glipt het tussen je vingers weg. Zo is het ook met onszelf. Als we ons forceren om iets te zijn wat we niet zijn, raken we juist kwijt wat ons gegeven is.


En als we durven loslaten en openstaan, ontdekken we: ik ben goed genoeg. Jij bent goed genoeg. Precies zoals je bent.

 
 
 

Opmerkingen


|

bottom of page