Ik ben een Nachtbraker
- Tessa van Rossen
- 18 jul
- 3 minuten om te lezen

Er zijn van die momenten waarop de wereld eindelijk stilvalt. Wanneer de lichten doven, de drukte verstomt, de kinderen slapen en de energie van de dag langzaam wegebt. Voor mij is dat meestal ’s avonds. Soms diep in de nacht. Niet omdat ik dan nog van alles wil doen — integendeel. Maar omdat het dan eindelijk rustig genoeg is om weer thuis te komen. In mijzelf.
Overdag ben ik in beweging. Mensen, vragen, emoties, gesprekken, indrukken. Ze dwarrelen om me heen, als stuifmeel op een lentebries. Mooie dingen, inspirerende dingen, maar ook vermoeiende. En hoe mooi mijn werk ook is, en hoe zeer ik ook hou van mensen — als medium en gevoelig mens ben ik voortdurend afgestemd op wat er om me heen gebeurt. Ik voel, hoor, zie, ruik, proef soms zelfs energie. Die van anderen. Die van het collectief. En ook al heb ik manieren gevonden om daarmee om te gaan, het is nooit ‘uit’. Mijn systeem scant altijd. Totdat de avond valt.
Als de wereld gaat slapen, opent zich een ruimte. Een leegte die niet leeg is, maar zacht en ademend. Alsof het universum een diepe zucht slaakt en tegen me zegt: kom maar, het is goed zo.
Dan voel ik het letterlijk stiller worden. In mensen. In de atmosfeer. Alsof hun aura’s minder uitsteken. Alsof iedereen zich ietsje terugtrekt in zichzelf. Er komt dan rust in de energievelden — en dat voel ik.
Wanneer ik aan zee ben, of boven water vlieg, voel ik diezelfde stilte. Diezelfde uitgestrektheid. Het is daar waar ik moeiteloos contact kan maken met mijn essentie. In tegenstelling tot de stad, waar de lucht niet alleen vol is van rook en smog, maar ook van gedachten, prikkels, verlangens en angsten. Daar moet je bijna door de energie van anderen héén ademen om je eigen ruimte weer te vinden. Boven een stad voelt de atmosfeer druk en vol — boven zee is het stil.
En in die stilte kom ik tot leven. Of eigenlijk: tot rust. Mijn energie trekt zich niet terug, maar dijt uit. Alsof ik mijn aura weer een beetje verder mag uitrekken, na een dag waarin ik me — bewust of onbewust — toch een beetje kleiner heb gemaakt om te kunnen functioneren in een drukke wereld. Mijn veld vult zich dan met zachtheid, met ruimte, met adem. En dan voel ik: ja, dit is wie ik ben. Dit is wat klopt.
Het is in die nachtelijke uren dat ik het scherpst zie, voel, en weet. Maar het is niet de activiteit die me trekt, het is de rust die het mogelijk maakt. Juist dán kan ik luisteren. Naar de energie. Naar mijn gidsen. Naar mezelf.
Daarom zijn stilte en natuur voor mij geen luxe, maar noodzaak. Daarom geloof ik ook dat gevoelige mensen tijd nodig hebben om te resetten. Niet alleen om te ‘ontsnappen’, maar om zichzelf opnieuw te voelen. Om weer te herinneren wat echt belangrijk is. En wie ze zijn, los van de ruis van de dag.
Vakantie, wandelen, verstillen — het zijn geen extra’s. Het zijn ankers. Het is het thuiskomen in jezelf. Je lichaam en geest de kans geven om te ademen, te herstellen en te voelen wat kloppend is. Want dat voelen… dat is onze kracht. Maar alleen als we het ook durven ontvangen.
En misschien, heel misschien, ben ik daarom wel zo’n nachtbraker. Niet omdat ik het druk wil hebben, maar omdat ik juist in de leegte mezelf weer kan ontmoeten.
Niet omdat ik niet moe ben, maar omdat ik dan pas echt de ruimte heb om te zíjn.





Opmerkingen